Is kinderyoga voor alle kinderen?
De beste manier om daar achter te komen is grote groepen kinderen lesgeven.
Vorig jaar gaf ik les op een basisschool. Aan kinderen van groep 5-6. Het leuke hiervan was dat er zoveel verschillende kinderen in deze klassen zaten. Hele stoere, hele sportieve, hele serieuze of juist verlegen kinderen. Echt een gemengd gezelschap, zoals dat op bijna alle scholen is. Sommigen hadden al ooit van Yoga gehoord of het zelf gedaan, voor velen was het compleet nieuw. Een avontuur dus.
Ik begon de les met uitleggen wat yoga is, waar het vandaan komt. In kindertaal hield dit in dat ik vertelde dat yoga is ontstaan doordat mensen veel naar de natuur keken en daar van wilde leren. Hoe komt het dat bomen niet zomaar omwaaien, dat water zo sterk is als het stroomt? Ik legde ze uit dat yoga een sport is waarbij het niet belangrijk is hoe goed je iets kan, hoe ver je kunt buigen of hoe lenig je bent, maar juist hoe goed je leert voelen wat het voor jou doet. Apart hoor, de gezichtjes spraken boekdelen…”Dat is toch geen sport!” Je zag het ze denken.
We begonnen de les en ik liet ze ook nog het geluid van de klankschaal horen, deze gebruik ik om de aandacht weer op mij te richten na een oefening, roepen en schreeuwen past niet echt bij yoga. Dat was al bijzonder…het geluid deed iets met de kinderen. Allemaal stil. Tijdens de les bleek toch wel voor alle jongens en meisjes dat de oefeningen niet echt heel flauw waren en dat er wat uitdaging in zat. Ook de samenwerkingsoefeningen vergde lef, kracht, aandacht en concentratie. Ja, yoga is een sport, vonden ze.
Wat mij vooral opviel was dat alle kinderen er wel elementen uit konden halen die ze uitdagend, ontspannend of plezierig vonden. Kinderen die weinig met gym hadden genoten ook echt van de les.
Een jongen uit groep 5-6 wilde niet echt meedoen. Hij probeerde de aandacht naar zich toe te trekken, de anderen mee te krijgen in zijn machogedrag, maar dat lukte hem niet erg goed, waardoor hij steeds heviger zijn best ging doen. Hij werd door de juf toen maar achter in de gymzaal gezet. Aan het einde van de les, toen alle kinderen al bijna weg waren, kwam de jongen naar mij toe, ging voor mij zitten en reikte naar de klankschaal. Voorzichtig keek hij mij aan met een vragende blik. “mag ik dat eens doen?” Geconcentreerd luisterde hij keer op keer naar het warme geluid uit de klankschaal… “heel mooi vind ik dat”, zei hij.
Het raakte mij heel erg omdat hij tijdens de les juist zo goed mogelijk zijn best deed stoer te zijn en yoga stom te vinden. Hij wilde niet weg van het geluid, het was heel aandoenlijk. Toen ik hem zei dat de juf nu echt terug naar de klas wilde gaan, bedankte hij mij heel lief. Zijn zachte kant was naar boven gekomen, een kant waarvan hij zich misschien niet echt durfde te laten zien, maar voor mij bevestigde het juist dat elk kind, hoe druk, stoer, verlegen, onzeker ook, nieuwsgierig is en opzoek is naar zijn eigen ik.
Deze jongen had iets ontdekt, misschien had hij wel het meeste geleerd deze les.